De reis die herseninfarct heet.

3 april 2019 - Spijkenisse, Nederland

Het is 3 april woensdagochtend. Ik begin me dag als met goede moet. Heb er zin lekker werken nog wat taken afronden. Een halve dag werken heerlijk. 

1045 uur Bel nog even Kenneth dat hij douchekop moet bestellen. Bel hem nog een keer en hij zegt het is niet goed. Iets met je vader mijn werk heeft gebeld dat een moeder gebeld heeft voor hem. Ik hang op. Het gaat snel. Is het mijn vader neeeee. 

Ik wordt gebeld je moet komen het gaat slecht. 

Zo snel weg was ik nog nooit. Ik moet weg dag. 

1110 uur Naar beneden gerend en Kenneth kwam snel aanrijden. De ambulance staat voor mijn moeders deur. 

We openen de deur. Ik zie de broeders bezig met mijn vader. Mijn vader die op de grond ligt hij is het. Het mijn vader die daar ligt. Hij kan niets zeggen ik zie de angst in zijn ogen er wordt gevraagd naar een zorgpas we gaan met broer moeder en Kenneth doelloos zoeken. We  hebben wel een paspoort is dat ook voldoende. Ik denk nog wat een onzin ze weten toch alles. 

Het is duidelijk foute boel we moeten snel naar het ziekenhuis. Mama gaat mee met de ambulance naar het Maasstad ziekenhuis. 

We gaan er snel achteraan. We zien de ambulance met sirenes voorbij jagen. Ik denk nog daar ligt mijn vader. 

Aangekomen in het ziekenhuis krijgen we te horen dat een herseninfarct is een grote prop wat ze daar niet weg kunnen halen en we zo snel mogelijk naar het erasmus MC moeten. 

Ik rij met papa mee. Ik probeer met hem te praten hij is volledig bij, maar kan moeilijk terug communiceren. 

De angst in zijn ogen is zichtbaar. Het doet zeer alles gaat in mijn hoofd door. Werk, mama wat nou als. 

Ik probeer sterk te zijn en alles te relativeren. Nuchter blijven niet in paniek raken. 

1300 uur ongeveer ik ben het tijdsbesef helemaal kwijt. Maar zo laat zal het ongeveer geweest zijn. Papa wordt gelijk onderzocht een scan en interventie ze gaan de bloedprop verwijderen. We wachten in een kamer en een arts komt ons het verhaal vertellen over de stand van zaken. Papa is nu verlamd aan de rechterzijde en zijn spraak is slecht. De bloedprop zat aan de linkerkant waardoor rechts verlamd is en zijn taalcentrum zit daar. Ze legt uit dat het een zwaar herseninfarct is. 

We komen voor moeilijke keuze te staan wat als papa een hartstilstand krijg wel reanimeren of niet. Dit moeten we met elkaar beslissen. Wat wilde papa? Hoe hij komt er dan uit. Alles is mijn lijf zegt we moeten er voor gaan maar hoofd zegt wat wilde papa. Als hij echt niets meer zou kunnen zou hij zo door willen leven. Nee, dat zou hij niet willen. We verschillen van mening.

Voor nu reanimeren hopelijk is het niet nodig. 

We kunnen alleen maar wachten. 

1345 uur papa wordt van zijn prop afgeholpen de behandeling duurt lang. 

Ondertussen mogen we boven in wachtruimte wachten ik zie nog 2 families zitten. We kunnen in een familie kamer zitten. Er zijn al veel familieleden gekomen al mijn ooms en tante zijn er ook mijn oma. Ze zijn verslagen kunnen het niet bevatten. Er zijn ook wat neven. Iedereen wil komen maar we kunnen niets doen, alleen wachten. 

We hopen er wordt gebeden. 

Tegen vijf uur komt papa langsrijden wij staan als een soort Haag in de gang. Hij is bij kennis en ziet ons. 

We mogen naar hem toe. Hij is moe. Super moe. Hij is er.! Hij kan ja, nee zeggen. Iedereen wil even gedag zeggen. 

De dokter krijgen we die avond niet te spreken. We gaan 2100 uur verslagen naar huis.